Category Archives: Geloofsleer
Het Einde van de Wereld: De Kleine Tekenen, Deel 1

De Kleine Tekenen: Deel 1
1. De zending van Profeet en zijn dood
De Profeet ﷺ heeft zijn metgezellen meegedeeld dat zijn zending een bewijs is van het naderende Uur.
In de verzamelingen van Bukhaari en Muslim staat dat Sahl Ibn Sa’d heeft gezegd heeft: “Ik heb gezien dat de Boodschapper van Allah ﷺ zijn twee vingers strekte, namelijk de wijs- en de middenvinger, en zei: “De afstand tussen mij en het Uur is niet groter dan die tussen deze twee fingers.”5
Imaam Al-Qurtubi heeft gezegd: “De Profeet ﷺ is het eerste voorteken van het Uur, want hij is de Profeet van het einde der tijden, Er komt geen Profeet meer tussen hem en de Dag van de Opstanding.”6
De Profeet ﷺ vertelt ons dat zijn dood één van de eerste tekenen is. Tegen ‘Awf Ibn Maalik heeft hij gezegd:”Voor het beslissende Uur aangebroken is, moet je je aan de volgende zes gebeurtenissen verwachten: mijn dood, vervolgens de inname van Jeruzalem, daarna zullen jullie door een epidemie getroffen worden die lijkt op epizoötie die de schapen treft, daarna een overvloedige rijkdom die ervoor zal zorgen dat een mens die honderd dinar gekregen heeft niet tevreden zal zijn, dan zal er een verbond komen tussen jullie en de Romeinen – Banie Asfar – die jullie zullen verraden en zij zullen jullie aanvallen met een leger van tachtig vaandels, en elke van die vaandels zal twaalfduizend mannen verzamelen.”
De dood van de Profeet ﷺ was één van de rampen die een grote indruk gemaakt hebben op de moslims van het verleden en van de toekomst. Op de dag van zijn overlijden werd alles zwart voor de ogen van de metgezellen.
Anas lbn Maalik zei: “De dag dat de Gezant van Allah ﷺ Medina binnengegaan is, werd de hele stad verlicht, en op de dag van zijn dood is ze duister geworden. We hadden de Profeet ﷺ nog maar pas begraven of we herkenden onze harten haast niet meer.”8
Met zijn dood ﷺ kwam er een eind aan de openbaring uit de hemel en men zag de eerste fitan (beproevingen) optreden, meer bepaald de geloofsverzaking van een heleboel Arabieren.
De dood van de Profeet ﷺbracht inderdaad het allergrootste ongeluk dat de moslims ooit meegemaakt hebben. Volgens ‘Ataa Ibn Abie Rabaah heeft de Profeet ﷺ gezegd: “Als één van jullie door tegenslag getroffen wordt, dan moet hij mijn dood gedenken want dat is de allergrootste tegenslag.”9
Na zijn dood voelden de metgezellen zich verloren en ze begonnen met elkaar ruzie te maken. Sommigen waren stomverbaasd, anderen konden niet meer op hun benen staan. Het was zo erg dat Aboe Bakr zei: “Als we ergens een keuze gehad hadden voor wat jouw dood betreft, dan zouden we onze ziel als losgeld gegeven hebben.”
Toen de Profeet ﷺ begraven moest worden, zei zijn dochter Fatima aan de metgezellen: “Hoe kunnen jullie zielen aanvaarden dat jullie aarde gooien op de Boodschapper ﷺ van Allah?”10
Oem Salama herdacht de dood van de Profeet ﷺ en zei dan: “Verschrikkelijk! Wat voor verschrikkelijke zaken ons ook overkomen, deze verdwijnen onmiddellijk als men zich de dood van de Profeet ﷺ herinnert.”11
2. De Inname van Jeruzalem
De inname van Jeruzalem is één van de kleine tekenen van het Uur. Het is één van de zes gebeurtenissen die vermeld worden in de hadieth van ‘Awf Ibn Maalik (zie boven).
Jeruzalem is inderdaad ingenomen door kalief ‘Omar Ibn Al-Khattaab in het jaar zestien van het hidjra-tijdperk. Hij heeft de stad gevrijwaard van zij die niet de ware boodschap van Jezus en Mozes gevolgd hebben, en hij heeft er een moskee gebouwd naast de Al-Aqsa moskee.
Imam Ahmad heeft genoteerd dat ‘Oebeyd lbn Adam gehoord heeft dat ‘Omar lbn Al-Khattaab tegen Ka’b Al-Ahbaar zei: “Waar wil je dat we de salaat (het gebed) gaan verrichten?” “Achter de rots,” antwoordde Ka’b, “dan zal heel Jeruzalem tegenover jou zijn.”
‘Omar reageerde daarop: “Jij hebt net de Joden nageaapt, maar ik zal gaan bidden daar waar de Profeet ﷺ gebeden heeft.” Daarna richtte hij zich naar de Qibla en hij begon te bidden.
Jeruzalem is twee keer door de moslims ingenomen. De eerste keer was toen ‘Omar lbn Al-Khattaab kalief was: de tweede keer was ten tijde van de dynastie van de Ajoebieden, toen Salaheddien Al-Ayyoebi de moslimtroepen aanvoerde. Moslims, als Allah het wilt, zullen nog een keer de verovering van Jeruzalem meemaken, dankzij een groep gelovigen die de steun van Allah de Verhevene genieten.
3. Een epidemie die lijkt op Epizootie waardoor de schappen getroffen worden
Dit teken wordt ook vermeld in de hadieth van ‘Awf lbn Maalik met de zes gebeurtenissen.
Dit heeft inderdaad plaatsgevonden ten tijde van het khilafaat van Omar lbn Al-Khattaab, net na de inname Jeruzalem. In dat jaar (18H) werd Palestina getroffen door een cholera-epidemie.
Vijfentwintigduizend mensen kwamen om, waaronder ‘Oebeyda Ibn Al-Djarraah die een betrouwbare was in deze gemeenschap.
4. Een overvloed aan geld
Aboe Hoerayra heeft overgeleverd dat de Profeet ﷺ gezegd heeft: “Het Uur zal niet slaan vooraleer geld overal overvloedig aanwezig is. De mens zal naar iemand op zoek zijn om zijn aalmoes te aanvaarden, maar het enige antwoord dat hij zal te horen krijgen, zal luiden: ‘Ik heb dat niet nodig’.”12
Geld was inderdaad overvloedig aanwezig ten tijde van de metgezellen. Door hun veroveringen hadden ze het bezit van de Perzen en de Romeinen onder elkaar verdeeld. En onder het bewind van ‘Omar Ibn ‘AbdoelAziz was geld nog in grotere hoeveelheden beschikbaar, want in die tijd hield een mens zijn aalmoes klaar, maar hij vond niemand die deze wou aannemen.
De Profeet ﷺ deelt ons mee dat geld aan het einde der tijden in overvloed aanwezig zal zijn. Dat zal waarschijnlijk zo zijn wanneer kalief Al-Mahdi komt. Deze zal geld uitdelen zonder te rekenen. De aarde zal haar schatten tevoorschijn brengen en de mensen zullen gelukkig zijn met de zegeningen van de aarde die Allah zal geven. Men zal hen geld ter beschikking stellen, echter, ze zullen weigeren omdat ze weten dat veel geld zorgt voor conflicten en ellende.
Volgens Djaaber Ibn ‘Abd Allah heeft de Boodschapper van Allah ﷺ gezegd: “Aan het einde der tijden zal er een kalief zijn die goederen (geld) zal uitdelen zonder te tellen.”13
Volgens Aboe Hoerayra heeft de Gezant van Allah ﷺ gezegd: “De aarde zal haar ingewanden overgeven en kolommen van goud en zilver zullen tevoorschijn komen. De moordenaar zal zich tegenover deze schatten geplaatst zien en hij zal zeggen: “Door jou heb ik vermoord”; degene die zijn familierelaties verbroken heeft zal zeggen: “Door jou heb ik het contact met mijn naasten verbroken”; de dief zal zeggen: “Door jou hebben ze mijn hand afgehakt”. Dan zullen ze weggaan zonder er iets van te nemen.”14
Zie ook:
De tekenen van het Einde van de Wereld: Inleiding
De tekenen van het Einde van de Wereld: De Kleine Tekenen, Deel 2
5. Rechtsgeldige hadieth bij Al-Bukhaari (hadieth nr. 65), hoofdstuk over exegese: uitleg van de soera An-Naazi’aat.
6. Zie «Herinnering aan de staat van de doden en aan de Laatste Dag» «Al-Tadkhira Fie Ahwaal Al-Mawtaa Wa-l-Aakhira» (p. 626)
7. Rechtsgeldige hadieth bij Al-Bukhaari (nr. 7927), hoofdstuk over de Diihaad. Ook rechtsgeldige door Al-Haakim (4/419)
8. Rechtsgeldige hadieth bij Aboe Dawoed, Tirmidhi, Ibn Maadja en Ahmad. Zie ook de door Albaanie verbeterde versie van «Mishkaat al-Masaabieh» (hadieth nr.5962)
9. Rechtsgeldige hadieth bij Ibn Ady en At-Tabaraanie. Door Albaanie in «Sahieh Al-Djaami’» rechtsgeldig verklaard (hadieth nr.374)
10. Rechtsgeldige hadieth bij Al-Bukhaari (hadieth nr. 4462)
11. Hadieth bij Al-Bayhaqie. Zie het geschiedenisboek van At-Tabarie (3/199)
12. Rechtsgeldige hadieth bij Al-Bukhaari, hoofdstuk “Problemen (fitan)”. Zie «Samenvatting van de sahieh van Al-Bukhaari» (hadieth nr. 2198)
13 Rechtsgeldige hadieth bij Muslim, hoofdstuk “Problemen (fitan)”. Zie «Samenvatting van de sahieh van Muslim» (p. 539) (hadieth nr. 2036)
14. Rechtsgeldige hadieth bij Muslim. Zie «Samenvatting van de sahieh van Muslim» (p. 143) (hadieth nr. 527)
De tekenen van het Einde van de Wereld: Inleiding

In de Naam van Allah, de Erbarmer, de Meest Barmhartige
Belang van Tawhid in Quran
Shaykh Hammad Ibn Muhammad Al-Ansârî رحمه الله zei :
“ En deze hoofdstuk [Al-Fâtiha] behoort tot de hoofdstukken die zijn uitgekozen [om de Tawhîd] uit te leggen.
Wie zijn de Profeten?
Volgens de Islam, heeft Allah de mens geschapen voor een nobel doel: namelijk om Hem aan te bidden en een deugdzaam leven leiden op basis van zijn leringen en begeleiding. Maar hoe zou de mens zijn rol en het doel van zijn bestaan weten, zonder een duidelijke en praktische instructie?
Wie zijn Ya’jooj en Ma’jooj (gog en magog)?
Er is geen twijfel dat Ya’jooj en Ma’jooj zijn twee grote naties van de zonen van Adam. Wie het verhaal van Dhu’l-Qarnayn leest en hoe hij omging met deze natie in Soerat al-Kahf zal zeker weten dat ze bestaan en dat de barrière die werd gebouwd niet metaforisch of denkbeeldig is, maar het is een fysieke barrière gebouwd van ijzer en gesmolten koper.
Het basisprincipe is dat we deze tekst uit de Koran te nemen zoals het is, zonder toevlucht te nemen tot enige vorm van verkeerde interpretatie of proberen om de bedoelde betekenis verdraaien.
De Qur’aan heeft ons verteld hoe de barrière werd gebouwd en welke materialen zijn gebruikt, dus het is niet juist om te zeggen dat het een metaforische of denkbeeldige barrière.
In Soerat al-Kahf, heeft Allah ons het verhaal van de islamitische koning en de grote leider Dhoe’l-Qarnayn (moge Allah hem genadig zijn) verteld:
“Vervolgens ging hij weer een andere weg.
Totdat hij tussen twee bergen kwam, waar hij een volk aantrof dat amper een woord verstond.
Zij zeiden: “Dhu’l-Qarnayn, Gog en Magog stichten onheil op aarde, mogen wij u dan schatting betalen mits gij een afscheiding tussen hen en ons opricht?”
Hij antwoordde: “De macht waarmee mijn Heer mij heeft bekleed is beter, doch gij kunt mij met lichamelijke kracht helpen. Ik zal tussen u en hen een sterke afscheiding oprichten.”
“Brengt mij blokken ijzer.” (Zij deden dit) totdat hij de ruimte tussen de beide rotsen had opgevuld; toen zeide hij: “Blaast.” totdat (het ijzer) wit gloeiend werd, nu zeide hij: “Brengt mij gesmolten koper, opdat ik het er overheen giete.”
Derhalve waren zij (Gog en Magog) niet (meer) in staat er overheen te klimmen, noch waren zij bij machte er doorheen te graven.
Hij (Dhu’l-Qarnayn) zeide: “Dit is een genade van mijn Heer. Maar wanneer de belofte van mijn Heer vervuld zal worden, zal Hij dit uiteen doen vallen. En de belofte van mijn Heer is werkelijkheid.” [al-Kahf 18:92-98]
Daaruit is te zien dat ze op dit moment bestaan, en inderdaad op dagelijkse basis proberen om eruit te komen om mensen aan te vallen.
Hadith door Ibn Maajah met een saheeh isnad: Abu Hurayrah (moge Allah tevreden met hem zijn), heeft gezegd: Boodschapper van Allah (Salla Allhu Alayhi wa salam) heeft gezegd: “Ya’jooj en Ma’jooj graven elke dag tot ze bijna zonlicht zien, dan zegt degene van hen die de leiding heeft:” Ga terug, we zullen morgen nog eens graven.” Allah herstelt (de barrière) en maakt het sterker dan het was. (Dit zal doorgaan) totdat de afgesproken tijd.
Wanneer Allah wenst hen te sturen tegen de mensen, zij zullen graven totdat ze bijna zonlicht kunnen zien, dan zegt degene van hen die de leiding heeft: “Ga terug, we zullen morgen weer graven in sha Allah.“
Deze keer zal hij zeggen “in sha Allah”, als ze (de volgende dag) terug komen, zullen ze de barrière vinden net zo als ze hadden achtergelaten, ze graven hun weg naar buiten en komen om de mensen aan te vallen.
Zij zullen water (door het drinken van het, vanwege hun grote aantallen) opdrogen, en de mensen zullen proberen om zelf te beschermen van hen in hun vestingen.
Zij zullen hun pijlen naar de hemel schieten, en de pijlen zullen weer naar beneden komen met bloed (als een test voor hen), en zij zullen zeggen: “Wij hebben de mensen van de aarde verslagen en hebben de overhand gekregen over het volk van de hemel.”
Dan Allah stuurt wormen op hun nek, waaraan ze dood zullen gaan.
De Boodschapper van Allah (vrede en zegeningen van Allah zij met hem) zei: “Bij Degene in Wiens hand mijn ziel is, de beesten van de aarde zullen vet groeien van hun vlees.”
[Sahih Ibn Maajah, 3298]
Umm Habeebah bint Abi Sufyaan gemeld van Zaynab bint Jahsh (moge Allah tevreden met hen zijn) dat de Profeet (Salla Allhu Alayhi wa salam) ging bij haar in een een geagiteerde toestand en zei: “Laa ilaaha ill-Allah, wee aan de Arabieren uit een kwaad dat heeft benaderd! Vandaag een gat als deze is geopend in de barrière van Ya’jooj en Ma’jooj, ” en hij maakte een cirkel met zijn duim en wijsvinger.
Zaynab bint Jahsh zei: “ik zei:‘ O Boodschapper van Allah, zullen we vernietigd worden, ook al zijn er rechtvaardige mensen onder ons?’ Hij zei: ‘Ja, als het kwaad overweldigend is.'”
[Bukhaari 3097]
Abi Saaid heeft verteld dat Profeet (Salla Allhu Alayhi wa salam) heeft gezegd:” Opdag des oordeels,
Allah zegt: Ya Adam, waarop Adam antwoordt: Labayeek wa Saádeek.
Adam wordt door een stem gevraagd of hij groepje van de mensen naar hel wil sturen.
Waarop Adam vraagt: Ya Rabb, Groep naar hel?
Waarop hij beantwoordt wordt: van elke 1000 moet 999.
Op dat moment zullen zwangeren hun kinderen baren en pasgeborenen oud en grijs worden (uit vrees).”
Dat was moeilijk voor de mensen rondom Profeet (Salla Allhu Alayhi wa salam) waarop hij zei:” van Jajoej en Majoej 999 en van jullie 1, jullie aantal (van mensen) in vergelijking met die van hun (Jajoej en Majoe) is als 1 zwarte haar op zijkant van een witte stier of als 1 witte haar op zijkant van zwarte stier. En ik hoop dat jullie 1/4e van de bewonders van paradijs zijn (Waarop de sahaba zeiden Allahu Akbar) ik hoop dat jullie 1/3e van de bewonders van paradijs zijn (Waarop de sahaba zeiden Allahu Akbar) ik hoop dat jullie 1/2e van de bewonders van paradijs zijn (Waarop de sahaba zeiden Allahu Akbar).”
[Bukhaari en Muslim]
Maar hierbij is wel uitleg nodig:
Waar het op neer komt is dat, Jajoej en Majoej zijn ook de nakomelingen van Adam en ze zijn heel erg veel waardoor Profeet in andere Hadith zegt wat ongeveer vertaald kan worden als volg: “Jullie zijn tussen mensen net als een moedervlek op een kameel”
[Bron: Tafsir ibn Katheer]
wAllahu A’alam
Het Lot en de vrije wil van de mens
Het Lot en de vrije wil van de mens volgens ahlul-Sunnah.
Het Lot
Het Lot: dat Allah heeft afgemeten en opgelegd aan alle schepselen volgens Zijn voorkennis en als geschikt wordt geacht voor Zijn wijsheid.
Het geloven in het Lot heeft vier niveaus:
- Het eerste niveau is Kennis: Wij geloven dat Allah, de Verhevene, alles weet. Hij weet wat er gebeurde en wat er zal gaan gebeuren en hoe het zal gebeuren. Zijn kennis is eeuwig, Hij verwerft geen nieuwe kennis, noch vergeet Hij wat Hij weet.
- Het tweede niveau is Optekening: Wij geloven dat Allah alles heeft vastgesteld in de Geborgen gedenktafel (al-Lawh al-Mahfudh) ;al wat gaande is tot aan de Dag des Gerechts. “Weet jij niet, dat Allah weet wat er in de hemelen en op de aarde is? Voorwaar, dat is in een Boek. Dat is voor Allah gemakkelijk.” [22:70]
- Het derde niveau is de Wilskracht: Wij geloven dat Allah alles in de hemel en op aarde zo wenst. Er gebeurt niets buiten Zijn wil; wat Hij wil, zal plaatsvinden, en wat Hij niet wenst, zal niet plaatsvinden.
- Het vierde niveau is Creatie. Wij geloven dat “Allah de Schepper is van alle dingen. Hij is over alle dingen Toezichthouder. Aan Hem behoren de sleutels van de hemelen en de aarde. [39:62-63]
Het vierde niveau omvat ook alles wat Allah zelf doet en alles wat Zijn schepselen doen.
Dus alles wat de mens verricht aan uitspraken, daden of nalatigheid is bekend bij Allah, en Hij heeft ze genoteerd, zo gewenst en zo geschapen.
“Voor wie van jullie het rechte pad wil volgen. En jullie kunnen niets willen, behalve wanneer Allah, de Heer der Werelden, het wil.” [81:28-29]
“Als Allah het gewild had, hadden zij niet met elkaar gevochten, maar Allah doet wat Hij wil.” [2:253]
“En als Allah het gewild had, dan hadden zij het niet gedaan. Laat hen en wat zij verzinnen dus!” [6:137]
“Terwijl Allah jullie heeft geschapen en wat jullie maken.” [37:96]
De vrije wil van de mens
Wij geloven, hoe dan ook, dat Allah de mens kracht en een vrije wil heeft gegeven waarmee hij zijn handelingen verricht. Dat de menselijke daden voortkomen uit zijn kracht en vrije wil kan
bewezen worden in de hierna volgende punten:
- Ten eerste: Allah’s zegswijze: “… komt dan tot jullie akkers (vrouwen) zoals jullie wensen.” (2:223) “En als zij (met jou ten strijde) zouden willen uittrekken, dan zouden zij daartoe zeker voorbereidingen hebben getroffen.” (9:46) In deze verzen bevestigd Allah voor de mens een “voortgaan” door zijn wil en “een voorbereiding” door zijn verlangen.
- Ten tweede: Het aansturen van de mens iets te doen of niet te doen. Als iemand geen vrije wil en kracht zou hebben, dan zou dat betekenen dat Allah in Zijn richtlijnen de mens vraagt te doen wat hij niet kan. Dit stelling word verworpen door de Wijsheid van Allah en door Zijn Genade en Zijn Nauwgezette verklaring in dit vers: “Allah belast niemand dan volgens zijn vermogen.” [2:286]
- Ten derde: Het prijzen van de deugdzamen voor hun daden en het beschuldigen van de boosdoeners voor hun daden en elk van hen belonen met wat hij verdient. Als de handeling niet gedaan is uit vrije wil van het individu, dan is het prijzen van de deugdzamen een grap en het straffen van de boosdoeners een onrecht, en Allah is uiteraard vrij van grappen en onrecht.
- Ten vierde: Allah heeft Boodschappers gezonden welke de “Brengers van verheugende tijden en als waarschuwers opdat de mens geen excuus tegenover Allah zou hebben na de Boodschappers.” (4:165) Als de handeling niet uit vrije wil word verricht, wordt zijn argument niet ontkracht door het zenden van Boodschappers.
- Ten vijfde: Elk persoon voelt dat wat hij doet of niet doet, zonder enige vorm van dwang is. Hij staat op en zit; komt en gaat; reist en blijft, door zijn eigen vrije wil en zonder het gevoel dat iemand hem dwingt tot het verrichten van deze handelingen. In feite kan hij duidelijk onderscheid maken tussen iets doen vanuit zichzelf of dat iemand anders hem dwingt die handeling te doen. De Islamistische wetgeving heeft ook een verstandig onderscheid gemaakt in deze stand van zaken . Zij straft geen boosdoener voor een handeling die onder dwang tot stand is gekomen.
Geen excuus in het Noodlot voor zondaren.
Wij geloven dat de zondaar geen excuus heeft in Allah’s Goddelijke Besluit, omdat hij zijn zonden pleegt uit vrije wil, zonder de kennis dat Allah het zo voor hem heeft bepaald. Dit is omdat niemand Allah’s Lot weet voordat het plaatsvindt.
“Geen ziel weet wat morgen zal plaatsvinden.” [31:34]
Hoe kan het dan mogelijk zijn, om een excuus te presenteren, wat niet bekend is bij de persoon die het misbruikt wanneer hij zijn overtreding begaat? Allah ontkracht dit type van argument door Zijn zegswijze:
“Degene, die deelgenoten (aan Allah) toekennen, zullen zeggen: Als Allah het had gewild, dan hadden wij geen deelgenoten (aan Allah) toegekend en evenmin onze vaderen, en hadden wij niet (dat wat toegestaan was) verboden worden verklaard. Zo loochenden zij ook degenen voor hen (de Boodschappers), totdat zij Ons geweld proefden. Zeg:’ Hebben jullie kennis?’ Brengt het dan naar buiten voor Ons. Jullie volgen slechts vermoedens en jullie liegen slechts.” [6:148]
Wij zeggentegen een zondaar die het Goddelijke Lot als excuus gebruikt:”Waarom verricht jij geen daden van gehoorzaamheid, er vanuit gaande dat Allah dit bepaald heeft voor jou, aangezien er geen verschil is tussen hen en zonden in onwetendheid, eer zij bij jouw gebeuren.
Dat is waarom de metgezellen (toen Profeet Muhammad hen vertelde dat ieders positie in het Paradijs of Hel al vastgesteld is) vroegen: “Zouden we dan hierop moeten vertrouwen en stoppen met werken?” Hij zei: “Nee, werk en iedervan jullie zal worden geïnstrueerd met datgene waarvoor hij geschapen werd.” [Bukhaari en Muslim]
Wij kunnen tegen de zondaar zeggen, die een excuus probeert te vinden in het Goddelijke Lot: “Veronderstel, je wilt naar Mekka reizen. Daar zijn twee wegen voor:
1) Je bent geïnformeerd door een nauwgezet persoon die je vertelde dat een van deze wegen gevaarlijk en moeilijk is.
2) De andere weg is gemakkelijk en veilig. Je zult de tweede nemen. Je zult niet de eerste weg nemen en zeggen dat het zo bepaald is voor je. Als je dat zou doen, zouden de mensen je voor gek verklaren.
Wij kunnen ook tegen hem zeggen: “Als men je twee banen aanbiedt en één van deze banen
heeft een hoger salaris, neem je natuurlijk de baan met het hogere salaris. Hoe komt het dan dat je kiest wat lager is in het Hiernamaals en het Goddelijk Besluit als excuus gebruikt?”
Ook kunnen wij zeggen: “Wij zien jou wanneer je een ziekte moet ondergaan, dat je bij elke geneesheer aanklopt, zoekend naar genezing en je draagt de pijn wat het resultaat is van chirurgische ingrepen en de bitterheid van de medicijnen. Waarom doe je niet
hetzelfde wanneer je hart spiritueel ziek is van zonden?”
Schrijf het kwaad niet toe aan Allah
Wij geloven dat het kwaad niet toegeschreven zou moeten worden aan Allah vanwege zijn perfecte Genade en Wijsheid. De Profeet zei: “En het kwaad is geen Eigenschap van U.” [Muslim]
Dus Allah’s besluit op zichzelf heeft geen enkel kwaad, omdat het vanuit Genade en Wijsheid komt. Het kwaad kan echter het gevolg zijn van een deel van Zijn besluiten. Elke man als zodanig ontstaat uit sommige van Zijn besluiten, omdat de Profeet in de
bede voor Qunut, welke hij leerde aan al-Hassen zei: “En bescherm ons tegen het kwaad van wat U verordend.” [Tirmidhi en Anderen]
Hier schrijft de Profeet het kwaad toe aan wat Hij verordend. Ondanks dit, is het kwaad in Zijn besluit niet zuiver kwaad. Het is eerder kwaad in een opzicht of goed in een ander, óf het is kwaad in het ene geval en goed in een ander geval.
Allah, de Verhevene zei “Het verderf is op het land en in de zee zichtbaar door wat de mensen hebben verricht, zodat Hij hun een gedeelte van wat zij hebben verricht doet proeven. Hopelijk zullen zij berouw tonen. [30:41]
Vijfde zuil van Imaan: Het geloven in de Laatste Dag Deel 2 Geloof in het leven na de Dood
Geloven in de Laatste Dag vereist van de moslims om ook in het leven na de dood te geloven en in het volgende:
1. De ondervraging in het graf. De doden zullen ondervraagd worden in hun graven, over de Heer, de religie en de Profeet die zij tijdens hun leven hebben gevolgd. Allah (Geprezen en Verheven zij Hij) zal de gelovige leiden om hetgeen te zeggen wat noodzakelijk is: “Allah (Geprezen en Verheven zij Hij) is mijn Heer, mijn religie is de Islam, en mijn Profeet is Mohammed (moge Allah tevreden met hem zijn).” Wat de onrechtvaardige betreft, Allah (Geprezen en Verheven zij Hij) zal hem leiden naar dwaling door te zeggen, als antwoord op bovenstaande vragen: “Wat! Wat! Ik weet het niet.” Ook de
hypocrieten en degenen die altijd twijfels hadden over Allah (Geprezen en Verheven zij Hij), de religie en de Profeet, zullen zeggen: “Ik weet het niet.” Ik hoorde de mensen iets zeggen en ik volgde hen hierin.”
2. De kwelling of vreugde in het graf. De onrechtvaardigen, de ongelovigen en de hypocrieten zullen gekweld worden in hun graven. Allah (Geprezen en Verheven zij Hij) zegt:
Vijfde zuil van Imaan: Het geloven in de Laatste Dag Deel 1
De moslims zijn eenstemmig in het bevestigen van de Dag des Oordeels. Dit is de wijsheid van Allah, want Hij heeft bepaalt dat de schepping een dag van vergelding voor hun daden zullen hebben, nadat Hij ze Boodschappers gezonden heeft om ze in te lichten over Zijn Geboden. Allah (Geprezen en Verheven zij Hij) zegt:
مَنْ جَاءَ بِالْحَسَنَةِ فَلَهُ عَشْرُ أَمْثَالِهَا وَمَنْ جَاءَ بِالسَّيِّئَةِ فَلا يُجْزَى إِلا مِثْلَهَا وَهُمْ لا يُظْلَمُونَ
Belang van het geloven in Boodschappers van Allah
1. Weten hoe Allah (Geprezen en Verheven zij Hij) voor Zijn dienaren zorgt door Boodschappers naar ze te sturen die hen leiden naar Zijn Weg. De Boodschappers onderwezen hun volkeren hoe Allah (Geprezen en Verheven zij Hij) te aanbidden, omdat het menselijke verstand niet kan weten hoe Allah (Geprezen en Verheven zij Hij) aanbeden dient te worden zonder leiding van Hem.
2. Allah (Geprezen en Verheven zij Hij) dank betuigen voor dit prachtig geschenk.
3. Plichtsgetrouw houden van, respecteren en prijzen van de Boodschappers van Allah (Geprezen en Verheven is Hij). Zij zijn Allah’s Boodschappers, zij hebben Hem aanbeden, Zijn Boodschap medegedeeld en gaven de beste adviezen aan Zijn dienaren. Veel opstandige mensen verwierpen hun Boodschappers, en beweerden dat Allah’s Boodschappers geen mens konden zijn. Allemaal noemden zij deze bewering en weerlegden het:
Vierde zuil van Imaan: Het geloven in Zijn Boodschappers
إِنَّا أَوْحَيْنَا إِلَيْكَ كَمَا أَوْحَيْنَا إِلَى نُوحٍ وَالنَّبِيِّينَ مِنْ بَعْدِهِ وَأَوْحَيْنَا إِلَى إِبْرَاهِيمَ وَإِسْمَاعِيلَ وَإِسْحَاقَ وَيَعْقُوبَ وَالأسْبَاطِ وَعِيسَى وَأَيُّوبَ وَيُونُسَ وَهَارُونَ وَسُلَيْمَانَ وَآتَيْنَا دَاوُدَ زَبُورًا
“Mohammed is niet de vader van één uwer mannen, maar de boodschapper van Allah en het zegel der profeten” [Al-Ahzab:40]
Allah (Geprezen en Verheven zij Hij) heeft Boodschappers naar elk volk gestuurd, en heeft hen voorzien van Wetten die hun volkeren dienden te volgen. Sommige Boodschappers werden gezonden om een Boodschap van een voorgaande Boodschapper te doen herleven. Allah (Geprezen en Verheven zij Hij) zegt:
“En voorzeker. Wij hebben aan iedere gemeenschap een Boodschapper gezonden (die zei:) ‘Aanbidt Allah en houdt afstand van de Thagoet.'” [Al-Nahl:36]
“Voorwaar, Wij hebben u met de Waarheid gezonden als drager van blijde tijdingen en als waarschuwer; en er is geen volk waaronder zich geen boodschapper heeft bevonden.” [Faatir:24]
“Voorwaar, Wij hebben de Taurat neergezonden met daarin leiding en licht. De profeten, die zich (aan Allah) overgegeven hadden, oordeelden ermee over de Joden.” [Al-Maidah:44]
De Boodschappers zijn slechts mensen en zij bezitten geen eigenschappen die hen tot god maken. Allah (Geprezen en Verheven zij Hij) beschreef zijn Boodschapper, Mohammed, de meester van alle Boodschappers en de beste van alle mensen, door het volgende te zeggen:
“Zeg: ‘Ik heb geen macht om voor mijzelf iets van nut te verwerven of schade af te wenden, behalve wat Allah wil. En als ik het onwaarneembare kende, dan zou ik het goede vermeerderd hebben en zou het kwade mij niet hebben getroffen. Ik ben niets dan een waarschuwer en een verkondiger van verheugende tijdingen voor een gelovig volk.'” [Al-Aa’raaf:188]
“…hij (Noach) was inderdaad een dankbare dienaar!” [Al-Israa:3]
“Gezegend is Degene Die de Foerqan (de Kuran) heeft neergezonden naar Zijn dienaar, opdat hij een waarschuwer voor de werelden zal zijn.” [Al-Forqan:1]
وَاذْكُرْ عِبَادَنَا إبْرَاهِيمَ وَإِسْحَاقَ وَيَعْقُوبَ أُولِي الأيْدِي وَالأبْصَارِ * إِنَّا أَخْلَصْنَاهُمْ بِخَالِصَةٍ ذِكْرَى الدَّارِ * وَإِنَّهُمْ عِنْدَنَا لَمِنَ الْمُصْطَفَيْنَ الأخْيَارِ
“Hij (Jezus) is niets dan een dienaar wie Wij Onze gunst schonken en Wij stelden hem tot voorbeeld voor de kinderen van Israël.” [Al-Zochrof:59]
Geloof in de Boodschappers bestaat uit vier onderdelen:
“Het volk van Noach loochende de Boodschappers.” [Al-Shjoaraa:105]
Allah (Geprezen en Verheven zij Hij) beschouwde het volk van Noach als ongelovigen in alle Boodschappers, ook al geloofden zij alleen niet in een Boodschapper. Daarom zijn de Christenen, die niet in Mohammed vrede zij met hem geloven en hem ook niet volgen, ongelovigen in Jezus, de zoon van Maria. Jezus gaf de blijde tijding van de komst van Mohammed (Allah’s gebeden en vrede zij met hem) naar de Christenen. Deze blijde tijdingen zullen de Christenen niet baten als zij Mohammed (Allah’s gebeden en vrede zij met hem) niet volgen naar de leiding en de Rechte Weg.
2. Geloven in de Boodschappers over wie wij zijn ingelicht, zoals Mohammed (Allah’s gebeden en vrede zij met hem), Abraham, Mozes, Jezus en Noach. Dit zijn de vijf sterkste Boodschappers. Allah (Geprezen en Verheven zij Hij) heeft hen in twee verzen van de Koran genoemd:
“En toen Wij met de profeten een verbond sloten: met u, met Noach, Abraham, Mozes, en Jezus de zoon van Maria, sloten wij een hecht verbond.” [Al-Ahzaab:7]
“Hij schreef u dezelfde godsdienst voor, die Hij aan Noach oplegden en die Wij bovendien aan u openbaren en die Wij Abraham, Mozes en Jezus oplegden: ‘Bevestigt deze godsdienst en weest er niet in verdeeld.'” [Al-Shjura:13]
We dienen ook in alle andere Boodschappers en Profeten te geloven, wiens namen ons niet genoemd zijn. Allah (Geprezen en Verheven zij Hij) zegt:
“En Wij zonden boodschappers voor u, sommigen van hen hebben Wij vermeld en anderen hebben Wij niet genoemd” [Al-Momin:78]
3. Geloven in al hetgeen de Boodschappers ons hebben gebracht.
4. De Wetten naleven van de Boodschapper (Mohammed (Allah’s gebeden en vrede zij met hem), de laatste Boodschapperdie naar ons was gezonden). Allah (Geprezen en Verheven zij Hij) heeft Mohammed (Allah’s gebeden en vrede zij met hem) naar de gehele mensheid gezonden. Allah (Geprezen en Verheven zij Hij) zegt:
“Bij jouw Heer, zij geloven niet totdat zij jou laten oordelen over waar zij over van mening verschillen en dan in zichzelf geen weerstand vinden tegen wat jij oordeelde, en zij aanvaarden (het dan) volledig.” [Al-Nisa:65]